Regels zijn er niet voor niets. Wanneer je samen een spelletje speelt, zonder duidelijkheid over de spelregels, dan loop je op een gegeven moment vast. Je verzandt in een discussie over hoe het spel gespeeld zou moeten worden en vervolgens vliegt het gezellige avondje door het raam naar buiten. Even het bijgeleverde reglement doornemen en afstemmen over de mogelijke interpretatie voorkomt een hoop gedoe. Zo’n boekje met regels is dan ergens wel praktisch.
Sinds een paar weken heb ik een nieuwe auto. Er zitten iets teveel technische snufjes aan die mij eigenlijk niet interesseren. Eén daarvan is toch wel een prachtige uitvinding: de cruise control en de snelheidsbegrenzer. Dit bespaart mij nu al een hoop geld. De snelheidsmeter houd ik nooit zo goed in de gaten, dus ik rij vaak net iets te hard. Op dat moment merk je er vrij weinig van, het rijdt zelfs wel lekker door, maar een paar weken later krijg ik dan zo’n brief met de bijdrage die ik aan de Nederlandse staat verschuldigd ben. Zonde van het geld. Op zo’n moment begin ik dan te mopperen: “zo hard reed ik nou ook weer niet...” Ergens vind ik die snelheidsregels grote onzin, tot ik weer een bosje bloemen en wat knuffels in de berm zie staan en ik besef dat die regels er niet voor niets zijn. Ze zijn er voor de veiligheid van de chauffeur én de medeweggebruikers.
Als mensen horen dat ik voor de kerk werk, is regelmatig hun reactie: “Al die strenge regels in de kerk, schaf ze toch af!" En dat terwijl ook deze regels nut hebben, ergens goed voor zijn. Jezus houdt het ons vandaag in het Evangelie eigenlijk zelfs voor. We lezen een gedeelte uit de Bergrede. Jezus bestijgt een heuvel en als een nieuwe Mozes geeft Hij les. We lezen er nu al een paar weken uit. Het begon met de zaligsprekingen: “Gelukkig zijn de mensen die…", enzovoort. Vorige week hoorden we dat we zout van de aarde en licht voor de wereld moeten zijn. We mogen ons laten zien en het geloof verspreiden. Vandaag gaat het over hoe we kunnen leven volgens de wil van God die in de geboden is vervat en in de Wet is opgeschreven.
Jezus wordt er weleens van beschuldigd dat Hij zich niet houdt aan de joodse Wet. Daar reageert Hij vandaag op: “Ik ben niet gekomen om Wet of Profeten op te heffen, maar om ze in vervulling te brengen.” Jezus maakt de Tien Geboden eigenlijk nog een stuk concreter: Er staat dat je de ander niet mag doden, maar je mag zelfs niet in woede tekeer gaan. Jezus vervolgt: als je komt offeren, maar het schiet je te binnen dat je ruzie hebt, leg dan je offergave opzij en maak het eerst goed met de ander. Daarna kan jij je offer brengen. Als iets je in de richting van zonde beweegt, zegt Jezus, verwijder het dan. Het staat wat bloederig in de tekst: hak je arm af, ruk je oog uit. Neem dat alsjeblieft niet letterlijk! Als er iets tussen jou en God in staat, dat wat we zonde noemen, haal het weg. Als je bijvoorbeeld op de computer of telefoon steeds naar websites gaat die je niet in het openbaar kan bekijken, zet er een filter op. We moeten dus een stap meer zetten, een schepje er bovenop doen.
De Tien Geboden moet je dus niet zien als een afvinklijstje: “Nou, vandaag heb ik niemand bedrogen. Check!”. Vertaal het tastbaarder. Stel jezelf bijvoorbeeld de vraag: Kan ik soms verstikkend zijn? Gun ik anderen ademruimte? Jezus navolgen is niet persé de makkelijkste weg. Je zou er misschien bijna ontmoedigd van raken. Dan mogen we weten dat we die weg niet alleen gaan, maar dat we elkaar op die weg mogen ontmoeten en we kunnen vertrouwen op de Heer die ons de weg zal wijzen. Al die regels en voorschriften hebben een doel: ze leiden je op de weg naar God, ook al schuurt dat soms. Het belangrijkste is dat we steeds oog hebben waarom we doen wat we doen. Stel jezelf de vraag: “Waarom wil ik Christus navolgen?” Het antwoord dat je in gedachten aan jezelf geeft, moet je jezelf inprenten. Dat is je ‘waarom’. Als je op een kruispunt vol keuzes staat, ga dan naar die gedachte terug.
Door alle regels en voorschriften zou je bijna het overzicht verliezen. Door de bomen zie je het bos niet meer. De joodse traditie heeft vanuit de Tien Geboden ruim 600 regels geformuleerd. Er is van alles uitgeschreven om maar niet buiten de lijntjes te hoeven kleuren. Aan Jezus is daarom door een wetgeleerde de vraag gesteld wat het belangrijkste wetsartikel is. Jezus formuleert het dubbelgebod van de liefde: God beminnen met heel je hart en de naaste liefhebben als jezelf. We moeten dus van God houden, van de mensen om ons heen én van jezelf. Dat dubbelgebod kan door die drieslag een richtsnoer zijn, tegelijkertijd gericht op God, op elkaar en op jezelf.
Probeer aan het einde van de dag eens stil te staan hoe het die dag gegaan is. Dit kan je doen door jezelf drie punten voor te houden: dankjewel, alsjeblieft en sorry. Door de dag door te lopen en te zien waar je dankbaar voor bent zie je de tekenen van Gods liefde in het gewone, normale en alledaagse. Daardoor zie je dat God altijd met jou onderweg is. Door vervolgens sorry te zeggen waarin je tekort geschoten bent, waar je spijt van hebt, groeit het besef dat we mensen zijn die fouten maken en op Gods genade mogen vertrouwen. Je hebt dankjewel gezegd voor al het goede en sorry voor wat je anders had willen doen. Daarna zie je wat je nodig hebt voor de dag van morgen. Bid dan met ‘alsjeblieft’ en vraag of God je daarbij wil ondersteunen in het vertrouwen dat Hij jouw draagt als zijn geliefde kind. God heeft maar één belang: ons heil. Door Christus, onze Heer. Amen.
Pastor Sander Verschuur