We naderen het einde van de Paastijd. Volgende week vieren we het Pinksterfeest en dan sluiten we de Paastijd af. Vandaag worden we in de lezingen op scherp gesteld voor de komst van de Heilige Geest. Zoals een elektrisch apparaat tot niets in staat is als er geen elektriciteit doorheen loopt, zo is de Kerk tot niets in staat als de Heilige Geest er niet doorheen waait. Om die Heilige Geest is het uiteindelijk te doen, die niets anders is dan de liefde tussen de Vader en de Zoon. De heilige Bernardus van Clairvaux zei: als de Vader degene is die kust en de Zoon degene is die gekust wordt, dan is de Geest de kus.
De Geest is Gods liefde die alles samenbindt tot één geheel. Uit liefde voor de mens zendt de Vader zijn Zoon helemaal tot in de donkerste, meest zondige uithoeken van het menselijk bestaan. Zo wil God alle mensen, ja heel zijn schepping, samenbrengen in de Heilige Geest. Daarom staat alles wat we doen in de Kerk in het teken van de Heilige Geest. Alle sacramenten, alle dienstbaarheid, alle prediking, alle naastenliefde wil ons samenbrengen in de Heilige Geest. Zonder die Geest valt alles als los zand uit elkaar.
Dat is iets wat de leerlingen van Jezus nog niet beseffen. De eerste lezing uit het boek Handelingen volgt op het verhaal waarin Jezus ten hemel is gevaren. Jezus gaf zijn leerlingen de opdracht naar Jeruzalem te gaan om daar ‘de belofte van de Vader af te wachten’ (v. 4), geen benul hebbende wat dat inhoudt. Ze deden wat Jezus hun opdroeg, maar zonder te weten waarom. Het enige dat ze konden doen is bidden. En precies dat deden ze. In gebed wachtten ze af wat er komen zou. Dit is een mooi voorbeeld voor ons. Soms weet je ook niet wat er komen gaat, heb je geen idee wat je te wachten staat. Wat kun je dan het beste doen? Bidden. Bidden is de beste wachthouding in je geestelijk leven.
Laatst zei iemand mij: Ik durf niet te bidden, na alles wat ik misdaan heb. Kijk dan eens naar de leerlingen die daar in gebed bijeen waren. Waren dat allemaal heilige boontjes? Waren zij de braafste van de klas? Geen één! Petrus was erbij, die Jezus tot drie keer toe verloochend had. Mattheüs was erbij, die een tollenaar was, iemand die belasting hief voor de vijand over de rug van zijn eigen volk; een matennaaier, als ik het even plat mag zeggen. Thomas was erbij, die niemand op zijn woord geloofde, maar pas tot geloof kwam nadat hij zijn vingers in de wonden van Jezus kon leggen. Simon de IJveraar was erbij, een revolutionair, een onruststoker, die het liefst met oproer en geweld Gods koninkrijk wilde vestigen. Johannes en Jacobus waren erbij, die brutaal hun moeder naar Jezus stuurden met de vraag of zij links en rechts van Jezus mochten zitten in zijn Koninkrijk.
Al zijn leerlingen sloegen op de vlucht toen Jezus werd gearresteerd. Allemaal kerels die aan de bar met een glas bier in de hand de grootste grootspraak hebben, maar als het erop aankomt met de staart tussen de benen wegrennen. Geen één van de leerlingen hield zijn rug recht als het erop aan kwam. Tussen al die ‘stoere kerels’ zitten Maria en nog een aantal andere, niet bij naam genoemde vrouwen. Zij bleven Jezus trouw, tot en met zijn kruisiging aan toe. Ik vind dit stukje Bijbeltekst getuigen van een enorme waardering voor de kracht en de rol van de vrouw. Al die kerels zijn zeepbellen die spatten bij de eerste de beste speldenprik, maar deze vrouwen hielden stand!
Trouwens, wat ik vertel over de leerlingen wisten zij zelf ook donders goed. Het is precies om die reden dat zij in gebed gingen: om kracht en moed te verzamelen voor het moment waarop ze zitten te wachten, al hebben ze geen idee wat dat zal zijn. Dat verandert wanneer de Heilige Geest over hen neerdaalt. Die Geest lijkt wel de toverdrank uit Asterix en Obelix. Ze ontvangen een kracht en een moed die hen niet alleen doet spreken in vele talen, maar hen vooral uitzendt over de hun bekende wereld. Niets houdt hen meer tegen. Zo slap en zwak als ze waren voor de komst van de Geest, zo krachtig en moedig zijn ze erna. Het is precies die Geest die hen maakt tot de grootste heiligen van onze Kerk.
Ik nodig je uit in je gebedsleven steeds om de Heilige Geest te bidden. Die Geest is als de lucht die we inademen: het is er, zonder dat we erom vragen. Echter, als je hoog in de bergen zit, of diep onder water, of je hebt om andere redenen ademhalingsproblemen, dan is die lucht ineens niet meer zo vanzelfsprekend. Dan ben je maar al te blij met het beetje lucht dat er is! Zo is het ook met de Geest. We gaan er maar al te vaak en al te vanzelfsprekend vanuit dat de Geest er is, totdat je merkt dat je tot niets meer in staat bent, totdat je merkt dat de hoop je in de schoenen zinkt, totdat je merkt dat de liefdesvlam aan het doven is. Dan ineens snak je naar de Geest! Daarom, bidt steeds tot de Geest, dat je zijn kracht mag ontvangen, dat je zijn aanwezigheid gewaar mag worden. Je ontvangt dezelfde kracht die de leerlingen daar in de bovenzaal ontvingen. De Geest zal je maken tot een heilige van de Kerk, zoals Hij dat ook met de apostelen deed. Door Christus, onze Heer. Amen.
Diaken Franck Baggen