In de eerste lezing uit het eerste boek Koningen ontmoeten we vandaag de profeet Elia. Bij deze scène moet ik onwillekeurig toch altijd denken aan een reclame van Snickers met Joan Collins, een oudere actrice, zo’n klassieke diva. We zien een vriendengroep in de kleedkamer na een voetbalwedstrijd, echt zo’n bierelftal, waarbij het plezier op de voorgrond staat. Mevrouw Collins is chagrijnig, gooit zelfs een sok naar een teamgenoot en krijgt vervolgens een stuk chocola van Snickers aangeboden, want “als jij trek krijgt, ben je onuitstaanbaar!”. Vervolgens verandert Joan weer in de voetballer van zo’n 30 jaar. De kern van de reclame is dat ‘je jezelf niet bent als je trek hebt’. Soms moet je dan gewoon even wat eten om weer tot jezelf te komen.
Dit zien we ook bij de profeet Elia gebeuren. Hij heeft nogal wat achter de rug. In de verzen voor deze Bijbeltekst heeft hij het opgenomen tegen 450 profeten van de god Baäl. Ze hebben zich in twee teams verdeeld: Elia aan de ene kant en al die andere profeten aan de andere. Ze hebben allebei een offer klaargemaakt, met daarbij de opdracht: ‘roep je eigen god aan en de god die door vuur antwoordt, is de ware God!' (cf. 1 Kon. 18, 24). Die 450 profeten maakten er een hele show van, ze springen in het rond en er gebeurt natuurlijk niets. Elia begint ze op een gegeven moment zelfs uit te dagen: “Is jullie god soms in slaap gevallen?” (v. 27). Nadat zij zo vele uren hun best hebben gedaan, zonder resultaat te boeken, roept Elia hen bijeen rond zijn offer, laat het onderlopen met water zodat het drijfnat was en bidt tot de God van Israel en het offer ontbrandt. Het vervolg is wat bloederig. De profeten van Baäl werden daarna omgebracht en Elia maakt zich natuurlijk niet heel populair bij de koningin. Zij wil die profeet ombrengen en hij slaat op de vlucht.
Dat is waar we vandaag over lezen. Op de vlucht en in doodsangst ziet Elia het niet meer zitten en hij valt in slaap. Een engel wekt hem en geeft hem wat te eten. Dit herhaalt zich zo nog een keer en hij komt weer op krachten. Ooit zag ik deze tekst langskomen met de opmerking: “Als je het even niet meer ziet zitten, doe dan een dutje en eet wat”. Dat mogen we ook ervaren in ons gelovig leven, door op momenten de rust te vinden bij de Heer en ons te laten voeden door Hem. Deze weken lezen we in het Evangelie steeds uit het zesde hoofdstuk van het Bijbelboek Johannes, dit wordt ook wel de Broodrede genoemd. Vandaag noemt Jezus dat Hij het Brood des Levens is. Als we van dat Brood eten, zullen we in eeuwigheid leven. De omstanders begrijpen er niets van. Ze kennen Jezus, ze weten uit welk nest Hij komt en dan zegt Hij zoiets. Het moet niet veel gekker worden.
Jezus verwijst naar het manna dat de Israëlieten van God ontvingen tijdens de Uittocht uit Egypte. Bevrijd uit de slavernij zijn ze onderweg en ook daar beginnen ze te morren. Vervolgens besluit God hen eten te geven. Er vielen vogels neer in het kamp, vers vlees, en op de grond verscheen een fijne korrelige laag, waar zij brood van konden bakken. Men wist niet wat ze hier nu weer van moesten denken en zeiden: “Manna?!” = “Wat is dat?” (cf. Ex. 16, 1-35). Dat brood heeft het volk Israël veertig jaar gevoed en Jezus biedt hen zoveel meer: Brood dat Leven geeft.
Dat Brood geeft de Heer ook aan ons, telkens als we Hem weer mogen ontvangen in de Eucharistie, in de Communie. Soms staan we misschien wat gedachteloos in de rij, openen we onze hand om de Communie te ontvangen en eten we het op, zonder er echt over na te denken. In alle eerlijkheid, dat was voor mij soms wel herkenbaar. Het wordt dan een automatisme. Dat dit ook anders kan, zie ik als ik mensen mag ontmoeten die door ziekte of ouderdom niet meer naar de kerk kunnen komen. Als we dan samen kunnen bidden en de heilige Hostie ontvangen, dan is het geen automatisme of vanzelfsprekendheid: dan is het de dankbaarheid die overheerst. Dat is natuurlijk wat Eucharistie betekent: dank zeggen. Dank-je-wel zeggen dat we de Heer mogen ontvangen die ons het Leven geeft nu en in de eeuwigheid.
Hiermee hoeven we natuurlijk niet te wachten tot we getroffen worden door de moeilijkheden van het leven. Heiligen kunnen ons hier veel over leren. Over een tijdje krijgen we er weer een nieuwe heilige bij: de nu nog zalige Carlo Acutis. De eerste millennial-heilige. In 2006 stierf deze jongen aan leukemie, pas 15 jaar oud. Met enthousiasme en vurig geloof bracht hij mensen in aanraking met Christus. Hierbij had hij veel aandacht voor de Eucharistie. Dit noemde hij de snelweg naar de hemel. Op zijn zevende ontvangt hij zijn Eerste Heilige Communie en het zou niet zijn laatste zijn. Meer dan een keer per week probeert hij naar de kerk te gaan; kan je nagaan! Wekelijks biecht hij. Tegelijkertijd is Carlo ook gewoon een jongen die van voetbal houdt en naar Pokémon en actiefilms kijkt. Ook de computer heeft zijn interesse. Hij hield van computerspelletjes en bouwde ook websites. Hierin heeft hij zijn huidige bijnaam als cyber-apostel te danken.
Carlo raakt gefascineerd door Eucharistische wonderen. Voor hem zijn ze het bewijs dat Christus levend in ons midden is. Hij bouwt een website waarop hij de eucharistische mirakels uit 17 verschillende landen verzamelt en documenteert; 142 in totaal. Vervolgens wordt hij getroffen door acute leukemie. Op zo’n jonge leeftijd is de dood al in zicht. De priester die hem de laatste sacramenten bediende – de biecht, zalving en eucharistie – was onder de indruk van het geloof van deze jongeman. Het geloof in de Levende Heer hield hem staande in de beproevingen. De Eucharistie is voor hem altijd al het belangrijkste geweest, in het gewone leven van alledag en ook toen hij ziek werd. Zijn citaat herhaal ik graag nogmaals: “De Eucharistie is de snelweg naar de hemel.”
Toen Jezus zei dat Hij het Brood des Levens was, begreep men Hem niet. Ook voor ons kan de Eucharistie soms misschien een onbegrijpelijk mysterie zijn. Tegelijkertijd is het ook een krachtbron waar we steeds uit kunnen putten. Dat zien we in het leven van de zalige Carlo, die in alle tijden zijn weg naar de Eucharistie vond. Ook voor ons schuilt dat een prachtige opdracht in. Door rust te vinden bij de Heer in het gebed en Hem te ontvangen als voedsel dat ons in beweging brengt, op de snelweg naar de hemel. Een weg die tot Leven leidt. Door Christus, onze Heer. Amen.
Pastor Sander Verschuur
Afbeelding: zalige Carlo Acutis, via wikipedia