MENU
< TERUG

ACTUEEL

Preek 30e zondag jaar A. Mat. 22, 34-40. Het grootste gebod.

30 oktober 2023

“Gij zult de Heer uw God beminnen met geheel uw hart, geheel uw ziel en geheel uw verstand. En uw naaste als uzelf.” Het zijn bekende woorden. Ze gaan dan ook al eeuwen mee en zijn in oorsprong zelfs al ouder dan het christendom. Jezus haalt het Bijbelboek Deuteronomium aan, een boek dat zijn eindredactie heeft gekregen rond de 8e eeuw vóór onze jaartelling. Hij citeert ook uit het boek Leviticus (ook uit het Oude Testament). Dat boek heeft zijn definitieve vorm gekregen in de 6e eeuw vóór onze jaartelling. Die ‘geboden’, die leefregels die Jezus hier antwoordt aan de Farizeeër, gaan dus al een tijdje mee!

'Uw naaste beminnen als uzelf' raakt bovendien aan de Gulden Regel, die je in de één of andere vorm in heel veel godsdiensten en levensbeschouwingen tegenkomt. De Gulden Regel zegt: Behandel anderen zoals je door hen behandeld wilt worden; of als gevleugeld gezegde: Wat gij niet wilt dat u geschiedt, doet dat ook een ander niet. Het is een universele leefregel en een universeel inzicht. Het is een grondbeginsel dat vrede dichterbij brengt, van tolerantie spreekt en de solidariteit bevordert. Het is de Regel die de eenheid bevordert en gerechtigheid op het netvlies brengt.

Jezus geeft hier aan hoe wij met onze naaste dienen om te gaan. Wie dan onze naaste is, dat lezen we bij Lucas, in het verhaal van de Barmhartige Samaritaan (Luc. 10, 29-37), dat Jezus als toelichting geeft op wat we vandaag uit het evangelie gehoord hebben. Echter, Jezus verbindt ons vandaag in zijn antwoord niet alleen met onze naaste. Hij verbindt ons ook – en dat nog wel op de eerste plaats – met onze God. Hem zullen we beminnen met heel ons hart, heel onze ziel en heel ons verstand. Het is het Sjema, het centrale gebed van de joden. Het zijn woorden die iedere jood kent en dagelijks bid – en Jezus was een joodse man – woorden die uitdrukking geven aan het absolute geloof in God.

Heel de Wet en de Profeten hangen aan de twee geboden. En de twee geboden zijn gelijkwaardig. De Farizeeër vraagt om het voornaamste gebod, Jezus geeft een tweevoudig antwoord. Het beminnen van God staat immers niet los van het beminnen van je naaste. En het beminnen van je naaste staat niet los van het beminnen van God. Zelfs het beminnen van jezelf staat niet los van het beminnen van God. Want God is zichtbaar in je naaste. Jij bent geschapen naar zijn Beeld en Gelijkenis. Wie de naaste liefheeft, heeft God lief – zo simpel is het, maar ook ó zo moeilijk!

Daarvoor hoeven we alleen maar om ons heen te kijken en naar het dagelijkse journaal en de krant te lezen. Of bezoek eens de achterstandswijken in grote steden. Kijk naar de vluchtelingenboten; de opvang in gymzalen. Kijk naar de slachtoffers van de kinderopvangaffaire, de uitbuiting van buitenlandse werknemers. Kijk naar de onderwaardering van zorgpersoneel en hoe we elkaar in de haren kunnen vliegen. 

Je naaste beminnen zoals je jezelf bemint is nog niet zo eenvoudig, terwijl het tegelijkertijd toch zó voor de hand ligt dat dát de oplossing is richting vrede, richting gerechtigheid, richting eenheid; richting een wereld waar de Liefde heerst (Gods Liefde; Gods bekommernis om ieder mensenkind), een wereld waar het goed toeven is voor iedereen, een wereld die we ook met een gerust hart durven en kunnen overgeven aan volgende generaties.

Wat we vandaag in het Evangelie gelezen hebben mag je misschien wel de kern noemen van Jezus’ prediking. We lezen het uit Matteüs (22, 34-40), maar ook Marcus (12, 13-37) en Lucas (10, 25-27) hebben het in hun evangelie opgenomen. Vanaf het begin van de christelijke kerk is het dubbelgebod meegenomen als samenvatting van de Wet en als uitgangspunt voor christelijk samenleven. We komen het al tegen in de Leer van de Apostelen (de Didachè, een vroeg-christelijk geschrift uit de 1e eeuw). Daarin staat: “Als eerste zult u God uw schepper liefhebben, als tweede zult u uw naaste liefhebben als uzelf.” En dat is één gebod! Dat is één Leefregel die we misschien elke dag wel even hardop zouden mogen uitspreken, bij het opstaan. En ons ’s avonds misschien weer in herinnering roepen: Heb ik God vandaag liefgehad? Heb ik mijn naaste liefgehad als mijzelf? Door Christus, onze Heer. Amen.

Ed van der Vaart, gebedsleider

Preek 16e zondag. Marc. 6, 30-34. Rust nu wat uit.
18 juli 2024
Preek 15e zondag. Marc. 6, 7-13. Het stof van je voeten schudden.
11 juli 2024
Preek 14e zondag. Marc. 6, 1-6. Gods aanwezigheid.
3 juli 2024
Preek 13e zondag. Marc. 5, 21-43. In beweging komen.
30 juni 2024
Preek 12e zondag. Marc. 4, 35-41. Storm op het meer.
20 juni 2024
Preek 11e zondag. Marc. 4, 26-34. Gods Nieuwe Wereld
17 juni 2024
laad meer artikelen artikelen aan het laden geen nieuwe artikelen