Wat is er mis met een uitdagende doelstelling? Wat als we proberen om het aantal seminaristen te verdubbelen de komende vijf tot tien jaar? Op dit moment hebben we in ons bisdom vier seminaristen: drie studenten voor het priesterschap (waarvan er twee uit onze parochie!) en één student voor het diaconaat. Het loopt niet over, als ik het zo mag zeggen. Tel daarbij op de toenemende vergrijzing onder de priesters en diakens en de slotsom is niet moeilijk: we hebben nood aan nieuwe priesters en diakens!
Bisschoppen en priesters hebben een sleutelrol bij het aanmoedigen van roepingen. Wat een (jonge) man tot het priesterschap of het diaconaat trekt, is het getuigenis van een priester of diaken. Ik roep mijzelf en mijn collega-priesters en -diakens op om steeds te blijven getuigen van de vreugde van het ambt. Kardinaal Walter Kasper noemt priesters en diakens “dienaren van de vreugde”. In hoeverre zijn we ook zulke dienaren? Zo heb ik mijn roeping te danken aan een jonge kapelaan in mijn geboorteplaats Geleen, die enthousiast en ondernemend in zijn priesterschap stond. Dat werkte voor mij zeer aanstekelijk.
Naast de ambtsdragers hebben leken (zij die geen wijding ontvangen hebben) een nog belangrijkere rol bij het cultiveren van roepingen. In de protestantse traditie komt het vaak voor dat de zoon of dochter van een dominee in de voetsporen treedt van zijn of haar vader of moeder en ook predikant wordt. Zo ‘verwekt’ de ene predikant de andere. Om voor de hand liggende redenen werkt het zo niet in de rooms-katholieke traditie. Bij ons komen alle priesters en diakens voort uit leken, dat wil zeggen, uit hen die niet in het ambt staan. Het gebed en de aanmoediging van ouders, broers en zussen, ooms, tantes en grootouders maakt een enorm verschil bij het bevorderen van een roeping.
Bovendien kunnen ook niet-familieleden – vrienden, kennissen, studiegenoten en mede-parochianen – de vlam van een roeping ontsteken. Een belangrijke factor om een (jonge) man te overtuigen om naar het seminarie te gaan, is dat een vertrouwde vriend, collega of parochiaan hem vertelt dat hij een goede priester of diaken zou zijn. Als je deugden hebt opgemerkt in een (jonge) man die hem een goede priester of diaken zouden maken, zeg het hem! De Heilige Geest zal je de woorden geven. Zo’n gesprek bevat zaden die dertig-, zestig- en honderdvoudig vrucht kunnen dragen! (Marc. 4, 20)
Het minste dat je kunt doen is bidden. Bid om roepingen, om harten die openstaan voor Gods roepstem. God hoort ieders gebed. Vraag Hem om verhoring. De heilige Thérèse van Lisieux, wiens gedachtenis wij onlangs gevierd hebben op 1 oktober, is een goede voorspreekster. Eén van de redenen waarom zij het klooster inging was “vooral om te bidden voor de priesters”. Vragen wij de drie-ene God op haar voorspraak om het aantal seminaristen in de komende jaren te verdubbelen.
Twee van de drie priesterstudenten van ons bisdom komen uit Dordrecht: Arno Aardoom en Michel Fonville. Michel staat aan het begin van zijn priesteropleiding en Arno Aardoom zit nu in het laatste jaar van zijn priesteropleiding. Hieronder heet Arno u langs digitale weg welkom op Vronesteyn, het centrum voor de priester- en diakenopleiding van ons bisdom:
Vronesteyn te Voorburg is het centrum voor de opleiding tot priester en diaken in het bisdom Rotterdam. Op Vronesteyn is steeds grote aandacht voor de vorming van nieuwe priesters en diakens. De vorming als mens (de persoonsvorming) is het fundament en daarnaast ontvangen kandidaten geestelijke, intellectuele en pastorale vorming. Dit alles met het oog op hun dienstwerk als priester en diaken in de parochies van het bisdom.
Uw gift is zeer welkom op rekeningnummer:
NL29 INGB 0000 3656 73
ten name van Centrum Vronesteyn.
Veel dank voor uw bijdrage!