MENU
< TERUG

ACTUEEL

Preek 26e zondag in jaar C. Amos 6, 1-7. De revolutie van Amos.

22 september 2025

We lezen uit de profeet Amos, allicht dé profeet die nog het meest ons sociaal en ethisch denken heeft beïnvloed, meer dan we kunnen vermoeden. We vinden onszelf zeer sociaal en meelevend en we wijzen trots naar de bron daarvan: het christendom. We vergeten echter dat de bron van het sociaal denken nog veel dieper in de geschiedenis ligt, tot acht eeuwen voor Christus. We komen dan terecht bij een vijgenkweker en veehoeder uit het kleine en onbeduidend koninkrijkje Israël die het opneemt voor de armen en misdeelden.

De cultuur in de tijd van Amos is door en door religieus. Godsdienst is aanwezig in alle facetten van het leven. Men gelooft dat God alles in het leven bepaalt: God veroorzaakt rampen en geeft voorspoed; God bepaalt wie ziek is en wie niet; God laat bloeien en verdorren; God geeft legers de overwinning of laat ze roemloos ten onder gaan. Alles, maar dan ook alles, hangt af van wat God beschikt. Hoe reageert de mens daarop? Door God in alles zo goed mogelijk gunstig te stemmen. Dat leidt tot een cultus waarin God in alles gediend moet worden. De eredienst wordt tot enorme proporties opgesmukt. God wordt tot elke prijs geëerd. De offerdienst draait overuren om God zo goed en zo vaak als het kan te paaien en aan je kant te krijgen. Faal je daarin, dan ga je dat merken: je blijft kinderloos, je verliest huis en haard, je faalt in de oorlog, je sterft aan een ziekte, enzovoort.

Te midden van deze cultus stapt een vijgenboer en veehouder uit het achterland op de kansel: Amos. Met het schuim op de mond geeft hij in naam van God een donderpreek zoals nog niet eerder is gehoord. Wat zegt hij? Loop naar de pomp met jullie eredienst! (ik zeg het even op z’n Rotterdams). Amos spreekt woorden van God: “Ik haat jullie feesten! Jullie vieringen kan Ik niet luchten! De offers die jullie Mij brengen doen Mij niets, Ik kan ze niet meer aanzien. Spaar Mij het gekraai van je liederen!” (Amos 5, 21-23). Amos houdt de religieuze elite een spiegel voor zoals nog nooit iemand gedaan heeft: Jullie spugen op de armen; jullie verkopen je diensten aan de hoogste bieder; jullie maken de inhoudsmaten kleiner; jullie sjoemelen met de weegschalen; jullie denken alleen maar aan jezelf... en nóg durven jullie God om meer te vragen. God is er klaar mee! Amos voorzegt dat God zich tegen hen zal keren. Het volk Israël is rijp voor de ballingschap! Ze verliezen hun recht op het Beloofde Land. God neemt hun het Land af. Heel het land en alle heiligdommen zullen door de vijand geplunderd en vernietigd worden. En zo zal het ook niet veel later geschieden. 

Er ontploft daar een bom! Godsdienst, zoals men dat kende, zou nooit meer hetzelfde zijn. Het morele kompas wordt volledig hernieuwd. De relatie met God is na Amos niet meer ‘voor wat hoort wat’, van geven en ontvangen, van ‘dit voor dat’. Hoe je je tot God verhoudt, wordt radicaal herzien en dat geldt tot de dag van vandaag. God wil geen offers waarmee je denkt Hem gunstig te kunnen stellen. Je zult zeggen: we offeren toch niet meer? Nee, maar we proberen het wel op een akkoordje te gooien met God. Zijn genade is niet te koop. God heeft geen nutsfunctie. Eredienst heeft niet tot doel God te paaien, terwijl je ondertussen elk onrecht verdoezeld. In de persoon van de profeet Amos wordt er voor het eerst gezegd dat de kwaliteit van je Godsrelatie niet primair wordt afgewogen aan de kwaliteit van je cultushandelingen, maar aan de kwaliteit van je relatie met je medemens! Vele eeuwen later zal Jezus dit samenbrengen in het dubbelgebod van de liefde: God met alles beminnen en de naaste als jezelf. De afstand tussen God, jezelf en je naaste is van gelijke strekking! Haal één van deze drie weg, en je godsdienst stort als een kaartenhuis ineen.

En met je naaste worden niet je kinderen, familieleden of goede vrienden bedoeld. Daar heb je vanzelfsprekend zorg voor. Als je je vrienden liefhebt, wat voor recht op dank heb je dan, zou Jezus vragen (Luc. 6, 32). Nee, het gaat hier vooral om de ongemakkelijke naaste, de hinderlijke naaste, de ik-loop-er-het-liefst-omheen naaste! Dat is waar Amos de vinger op legt. Bij Amos begint een cultuuromslag, van een puur op eredienst gerichte godsdienst, die als een soort levensverzekering functioneert, naar een radicaal ethische godsdienst, waarbij de nadruk wordt gelegd op een rechtvaardige houding ten opzichte van je medemens. God wil de aandacht niet op Zichzelf gevestigd zien, maar op de kwetsbare, uitgebuite, hulpeloze medemens. Wat je doet voor de minste van mijn broeders, dat doe je voor Mij, zou Jezus zeggen (Mat. 25, 40). Godsdienst na Amos betekent: er wacht je een taak, je hebt een verantwoordelijkheid naar de ander. Wat schiet de hulpeloze medemens ermee op dat ik God offers breng? Laat gerechtigheid je offer zijn, laat medemenselijkheid je offer zijn, laat mededogen je offer zijn, laat vergeving je offer zijn. Dat zijn de offers die God behagen, zegt Amos.

In het licht van de prediking van Amos kun je je afvragen: Waaruit bestaat mijn godsdienstbeoefening? Is het louter lofprijzing en eredienst? Of houdt het iets meer in dan dit? Hoe verhoud ik mij tot God en mijn ongemakkelijke naaste? Probeer ik God dicht bij me te houden en de naaste ver van mij af? Het zijn ongemakkelijke vragen en ze schuren en botsen. Oprechte godsdienst, zoals Amos dat bepleit, schuurt, of je het nu leuk vindt of niet. Daarom haken veel mensen af als het gaat om deze wijze van geloven. Die kneden liever hun eigen God en maken van Hem een hemelse ja-knikker die alles best vindt wat je zegt en doet. Je kunt met de Amos-bril ook naar het wereldgebeuren kijken. God gruwelt van de onschuldige slachtoffers in Israël en Gaza, in Oekraïne, in Sudan, in de wereld van verslaving en drugs! God gruwelt van mensenhandel en gedwongen prostitutie! God gruwelt van vergrijp aan vrouwen en kinderen, van uitbuiting en zelfverrijking ten koste van anderen. Zij die zich hieraan vergrijpen gaan als eerste de ballingschap in! We hebben, om het met Paulus te zeggen, een goede strijd te strijden: streven naar gerechtigheid, godsvrucht, geloof, liefde, volharding, zachtmoedigheid (tweede lezing vandaag; 1 Tim. 6, 12). Dat zijn offers die God vraagt, want ze komen onze medemens en daarmee elkaar ten goede, en daarmee aan God, in Wie en door Wie alles wat er is bestaat. We moeten naar de profeten luisteren, zegt Jezus in het evangelie vandaag (Luc. 16, 31). De stem van de profeet Amos is actueler dan ooit. Moge deze stem, na 28 eeuwen, nog steeds gehoord worden. Door Christus, onze Heer. Amen.

Diaken Franck Baggen

Overweging 27e zondag. Luc. 17, 5-10. Blijven zoeken naar wat verloren lijkt
5 oktober 2025
Preek 25e zondag. Luc. 16, 1-13. Niets doen is geen optie
14 september 2025
Preek 24e zondag. Joh. 3, 13-17. Kruisverheffing.
4 september 2025
Preek 23e zondag (startzondag). Luc. 14, 25-33. Wat is jouw schat?
1 september 2025
Preek 22e zondag. Luc. 14, 7-14. Vriend, kom hogerop.
15 augustus 2025
Preek 21e zondag. Luc. 13, 22-30. Door de nauwe deur.
13 augustus 2025
laad meer artikelen artikelen aan het laden geen nieuwe artikelen