Onze liturgie kent feesten die, als zij op een zondag vallen, voorrang hebben op de normale zondagviering. Vandaag is zo’n feestdag: Kruisverheffing. Het is voor de Kerk een dermate belangrijk feest, dat de normale zondagsviering ervoor moet plaatsmaken.
Deze feestdag gaat terug op de inwijding van de kerk boven het graf van Jezus, de Heilig Grafkerk in Jeruzalem. De opdracht tot de bouw werd gegeven door de heilige Helena, de moeder van de Romeinse keizer Constantijn de Grote. Hij verleende in het jaar 313 aan het christelijke geloof vrijheid van godsdienst in heel het Romeinse Rijk. Helena, een zeer gelovige vrouw, maakte daarop een pelgrimage naar het Heilig Land. Zij kwam op de plek waar zich het graf van Jezus moet hebben bevonden en liet er opgravingen verrichten. Ze vond er, volgens de traditie, het graf van Jezus én het kruis waaraan Hij was gestorven.
Op die plek liet zij een kerk bouwen, de Heilig Grafkerk. Deze kerk werd ingewijd op 13 september van het jaar 335. Daags na de wijding werd het kruis, dat zij gevonden had, aan iedereen getoond. Om het kruis goed te tonen, werd het omhoog geheven, vandaar: kruis-verheffing. Deze traditie van het tonen van het kruis werd in andere kerken overgenomen met behulp van kruisrelieken. Het ritueel van het tonen van het kruis doen wij niet meer op 14 september, maar is verplaatst naar Goede Vrijdag. We zingen dan: “Aanschouw dit kostbaar kruis, waaraan de Redder heeft gehangen. Komt laten wij aanbidden!”.
Kruisverheffing wil het kruis centraal stellen. Wie heeft thuis het kruis op een prominente plek hangen? En is dat een kruis zonder corpus (het lichaam van Jezus) of met corpus? Laatst vroeg iemand: Waarom moet die kruisiging zo wreed getoond worden? Het toont ons tot hoever God is gegaan in zijn liefde voor ons. Sommige kruisbeelden zijn daarom zeer realistisch, om dat nog eens extra te benadrukken. In de late Middeleeuwen was het ‘mode’ om Jezus zo wreed mogelijk aan het kruis te tonen. De verbeelding van de kruisiging op het drieluik van het Isenheim-altaar van Matthias Grünewald uit 1516 was daarbij baanbrekend. In de zeventiende eeuw, ten tijde van het jansenisme – genoemd naar de Vlaamse bisschop Jansen (1585-1638), die stevige nadruk legde op de predestinatie, de leer van de ‘voorbestemming’, afkomstig uit het calvinisme – kwam het kruis in de mode, waaraan Jezus hangt met zijn armen recht omhoog, zijn handen dicht bij elkaar, waarbij de dwarsbalk smal is. Het benadrukt dat slechts weinigen zijn uitverkoren. Een jansenistisch kruis laat ons zien dat de prijs die God moest betalen voor onze zondigheid zó groot is, dat het slechts weinigen er de vruchten van kunnen plukken. Het jansenisme werd door de Kerk veroordeeld.
Het feest van Kruisverheffing wil ons een ander beeld tonen, namelijk het kruis als teken van verlossing! Ik zag eens bij iemand in huis een kruis met daaraan de verrezen Jezus. Hij was niet meer aan het kruis genageld, maar hing er als het ware triomferend voor, met zijn handen breed uit elkaar. Het benadrukt dat velen zijn uitverkoren en kunnen delen in zijn verlossing. Want daar gaat het om: het kruis toont ons niet de dood, maar de dood die overwonnen is! Om die reden lezen we uit het Johannesevangelie. Johannes spreekt niet van het lijden en sterven van Jezus, maar van Jezus “die omhoog verheven moet worden” (v. 14). Stel, ik richt twee schijnwerpers op u. Eén schijnwerper is het lijden en sterven van Jezus en de andere is zijn verrijzenis. De schijnwerper van het lijden en sterven is fel, maar die van de verrijzenis vele malen feller, en wel zó fel, dat het het licht van de andere schijnwerper overstraalt. Zo is het ook met het kruis: de overwinning op de dood overtreft het lijden en sterven. Verrijzenis is zo krachtig, dat we in het kruis alleen nog verlossing kunnen zien! Daarom dragen velen een kruisje om hun nek of hangen het aan de muur.
Mag ik u en jou uitnodigen om in je huis het kruis eens van de muur te halen. Stof het eens af, boen het eens op! En als het ergens achter een kast hangt of op zolder: geef het weer een prominente plek in je huis. Want het kruis raakt de kern van ons geloof: onze Heer die door de dood is gegaan én is verrezen! Het toont ons God die ons met Zich verzoend heeft (2 Kor. 5, 18). Die weg van verzoening die Jezus is gegaan, is de weg langs Golgotha, de weg van het kruis. Door het kruis heeft God zijn Zoon hoog verheven. In het heilig doopsel delen wij allen in de kruisdood van Jezus en daarmee in zijn verrijzenis. Dat is de reden waarom het feest van Kruisverheffing prominent op onze liturgische kalender staat. Het is aan het kruis waar Hij onze schulden achterlaat en voor ons de weg vrijmaakt tot God. Wij mogen dat kruis met trots tonen en dragen. Door Christus, onze Heer. Amen.
Diaken Franck Baggen