We staan op de drempel van een nieuw kerkelijk jaar. Volgende week start de Advent en kijken we vier weken lang uit naar de geboorte van Jezus, van God die zoveel van ons houdt dat Hij mens wordt. Kwetsbaar en klein komt Hij in de wereld. Vandaag staan we stil bij de grootsheid van Jezus als we ‘Christus, Koning van het Heelal’ vieren. Het is de Heer die heerst.
Dit feest werd afgekondigd in 1925. De wereld sidderde nog na van de verschrikkingen van de Eerste Wereldoorlog. De maatschappij veranderde. Geloof stond onder druk. Er waren verschuivingen op het politieke en maatschappelijke toneel. Mensen waren door de oorlog hun vertrouwen in God verloren en richtten hun hoop op andere ideologieën. Waarden veranderden en geloof schoof opzij. Juist in die onrust koos de Kerk ervoor om een ander geluid te laten klinken. Niet wereldleiders, niet veranderlijke machten, maar Christus is de echte Koning. Alles gaat voorbij, politieke systemen komen en gaan, maar God verandert niet. Jaren later zei paus Benedictus XVI dat Gods koningschap niet werkt volgens de logica van deze wereld. Zijn gezag bestaat uit liefde, toewijding en zorg voor mensen die nood hebben, in lichaam en ziel. Dit was een nieuwe blik 100 jaar geleden, maar ook vandaag de dag. We mogen ons vertrouwen stellen in de Christus, de enige ware Koning.
Dat beeld lijkt onder druk te staan als we het evangelie lezen. Daarin zien we hoe Jezus aan het kruis hangt. De titel 'koning' komt ook langs. Het bordje 'Koning van de joden' hangt boven zijn hoofd. Niet als een eerbewijs, maar om met Hem te spotten. Deze Koning, de Messias waar men zoveel van verwachtte, is gekruisigd als een misdadiger. Alle mooie dromen, wensen en verwachtingen lijken aan het kruis met Hem te sterven. Naast Jezus hangen twee anderen. De gekruisigde links naast Jezus blijft Hem belachelijk maken. De ander ziet Jezus aan en komt tot bekering. Hij vraagt niet om gered te worden, maar of Jezus in het Koninkrijk aan hem wil denken. Jezus belooft hem dat ze snel samen in het paradijs zullen zijn. Jezus geeft hem een perspectief op het leven in Gods liefde. Bekering blijft mogelijk, zelfs tot op het laatste moment. Als leerlingen van de Heer mogen wij Christus de Koning volgen en uitzien naar een leven met God. Dat is een prachtig geschenk en tegelijk houdt het ook een opdracht in. Wie Hem volgt, wordt uitgenodigd om zelf ook dienstbaar te zijn.
Koningen komen we voor het eerst tegen in het Oude Testament. Bij de profeet Samuel lezen we hoe het volk geen koning had. Ze richtten zich op God, Hij sprak via de profeten en daar stelde het volk vertrouwen in. Tegelijkertijd zagen ze bij de omliggende volken wel mensen met een kroontje op hun hoofd rondlopen. Dat was modern, leuk en anders. Eigenlijk wilden ze dat ook wel. Ze beginnen te morren en God stemt in. Saul wordt gezalfd als de eerste koning. Na een goed begin blijkt hij meer bezig te zijn met eigen gewin. Hij is niet de goede dienstbare koning voor zijn landgenoten. God besluit hem te vervangen door een herdersjongen, David. Hij is ook niet helemaal vlekkeloos, zoals later in zijn leven blijkt, maar wel dienstbaar aan zijn mensen.
In de eerste lezing (2 Sam. 5, 1-3) wordt het beeld van een dienstbare koning geschetst. Deze hoedt als een herder en ziet dus om naar de mensen over wie hij verantwoordelijkheid draagt: een herderlijke koning die bescherming biedt. De tweede lezing (Kol. 1, 12-20) voegt een nieuwe laag toe. Wij krijgen deel aan de erfenis van het licht. Dat is een voorrecht, maar ook een opdracht. Wie deel uitmaakt van Christus en zijn licht ontvangt, wordt geroepen om zelf licht te brengen. Dat vraagt om een houding die doet denken aan David. Niet gebaseerd op macht, maar op zorg, verantwoordelijkheid en trouw. In de Bijbel draait koningschap nooit om heersen, maar om dienen en het bewaren van recht en vrede. Precies dat wordt zichtbaar in Christus, die zijn koningschap laat zien op de plaats waar niemand een koning verwacht, aan het kruis. In dat koningschap delen wij. We zijn misschien niet allemaal wereldleiders en de meesten van ons hebben geen medewerkers onder zich. Vaak staan wij juist zelf onder leiding van anderen. Daardoor kan het lijken alsof dat koningschap weinig met onze situatie te maken heeft. Toch raakt het juist daar aan ons leven, omdat Christus zijn manier van leidinggeven niet verbindt met macht maar met verantwoordelijkheid, inzet en zorg.
Daarin delen wij vanwege ons doopsel en daardoor draagt ieder van ons werkelijk gezag. Al voelt dat niet altijd zo, zeker niet wanneer wij zelf onder leiding staan of vooral opdrachten krijgen. Toch speelt dit in de gewone rollen die wij hebben, als ouder, collega of iemand die anderen ondersteunt. Door ons doopsel zijn wij gezalfd in Christus. Dat woord 'gezalfd' verwijst naar iets dat we kennen uit de Schrift. In het Oude Testament werden mensen gezalfd wanneer God hen een bijzondere taak toevertrouwde. Dat gebeurde bij priesters, bij koningen en soms bij profeten. Die zalving gaf aan dat iemand niet voor zichzelf leefde, maar in dienst stond van God en van het volk. In Jezus komen die drie roepingen samen. Hij is priester omdat Hij ons bij God brengt. Hij is koning omdat Hij leiding geeft met zorg en recht. Hij is profeet omdat Hij Gods woord spreekt met waarheid en moed. Omdat wij door het doopsel met Hem verbonden zijn, delen wij in dat drievoudige geschenk. Priester betekent dat wij mensen bij God brengen, door gebed, aandacht en nabijheid. Koning wil zeggen dat wij verantwoordelijkheid dragen op de plaatsen waar dat aan ons wordt toevertrouwd, altijd om op te bouwen en te beschermen. Profeet maakt dat wij durven spreken vanuit het evangelie, ook wanneer dat tegen de stroom ingaat.
Zo krijgt Christus zijn koningschap gestalte in ons eigen leven. Het is verleidelijk om weg te duiken en te verwachten dat anderen het wel doen, dat sterke leiders de richting maar aangeven. Maar Christus roept ons juist om op te staan, verantwoordelijk te handelen en zijn licht te laten zien in onze eigen wereld. We mogen als Jezus’ vrienden uitzien naar een leven met God en dat brengt nu al beweging met daden van liefde. Een verantwoordelijkheid die we samen dragen, gericht en ondersteunt door Jezus Christus, Koning van het Heelal. Amen.
Pastor Sander Verschuur