Vroeger op het schoolplein werd er veel gevoetbald, dat gebeurt hopelijk nog steeds. Om de teams een beetje eerlijk te verdelen werd er geloot. Om de beurt werd er een nieuwe speler in het team gekozen. Dit is toch een kleine frustratie uit mijn jeugd. Er werd gekozen op voetbalkwaliteiten, vriendschappen, of gewoon wie het minst in de weg liep. Zo gaat het in groepen nog steeds. Als je iets opbouwt, dan kijk je toch eerst naar de kwaliteiten die verondersteld worden en zo bouw je een team op.
In de kerk gaat het jammer genoeg vaak ook zo. Als ik een paus zou moeten kiezen, of iets dichterbij huis de bisschop of pastoor; dan is het wensenlijstje snel gemaakt. Is het realistisch? Dat zien we later wel. Als we naar de vrienden van Jezus kijken, komt de vraag op of zij door de schifting komen. Ze zijn niet allemaal even hoog opgeleid. Sommigen zijn wat grof, anderen weer wat zuinig en eentje spreekt altijd z’n twijfels uit. Het is nogal een stelletje. Daar bouwt Jezus toch iets moois mee op. Hij kiest namelijk anders. Dat zien we vandaag in twee heel verschillende mensen: Petrus en Paulus.
Ze zijn geen perfecte mensen. Petrus is een leider en ook een haantje de voorste. Hij weet het allemaal wel, spreekt soms sneller dan zijn schaduw, maar heeft het hart wel op de goede plek. Paulus is dan weer een heel ander figuur. Hij heeft gestudeerd, een slimme vent, maar zijn historie kent wel een zwarte bladzijde. Hij vervolgt de eerste christenen. Later bekeert hij zich. Met het vuur waarop hij eerst de achtervolging inzette, spreekt hij nu over Jezus. De traditie noemt hen allebei pilaren van de kerk. Misschien is dat wel precies de hoopvolle boodschap van vandaag: dat God zijn Kerk bouwt met gebroken mensen, zoals wij allemaal zijn.
Zij hebben de Heer leren kennen door steeds dieper te zien. In het Evangelie vraagt Jezus vandaag eerst aan zijn leerlingen hoe de mensen over Hem spreken. De bekende namen komen langs. Vervolgens maakt Jezus het persoonlijk: Wie ben Ik volgens jou? Hiermee geeft Hij de leerlingen de kans om verder te kijken dan de andere mensen oppervlakkig doen. Uit dit zien komt hun geloof voort, vanuit dat zien kan de Kerk gaan ontstaan. Deze twee vragen laten zien dat er twee manieren zijn om Jezus te kennen. De eerste is oppervlakkig. Dit hoeft niet verkeerd te zijn, maar het is niet toereikend. De tweede gaat dieper en veronderstelt dat men bij de gemeenschap van Jezus hoort.
Petrus herkent de Heer: “U bent de Christus”, Dit kan hij alleen vol geloof zeggen en Jezus noemt hem de rots waar de Kerk opgebouwd wordt. Petrus ontvangt vervolgens de sleutels. Dit is een symbool van macht: een sleuteldrager heeft toegang tot plaatsen waar anderen niet kunnen komen. Maar een sleutel dient op de eerste plaats om iets wat op slot is, open te maken, te ont-sluiten. Zo krijgt Petrus met de sleutels de opdracht om het Rijk van God zichtbaar te maken.
Daar mogen wij ook aan meewerken, want als mensen van de Kerk mogen we Gods aanwezigheid helpen zichtbaar te maken in de wereld om ons heen. Daartoe vormen we een veelkleurige Kerk die elkaar aanvult en opbouwt.
We mogen daarom Pelgrims van Hoop zijn. In dit Jubeljaar klinkt steeds die uitnodiging. De hoop is meer dan er simpelweg vertrouwen in hebben. Het is de zekerheid dat God met ons begaan is en we uit mogen zien naar het Leven met de Heer. Het is geen naïviteit, maar gelovig weten dat God ons draagt, ook als wij zelf wankelen. De hoop daagt ons uit om in beweging te komen. Want hoop betekent geloven dat God iets met ons wil beginnen; juist met óns. Met onze mooie kanten en uitdagingen, met onze talenten én gebrokenheid.
In een tijd waarin kracht getoond moet worden, spierballentaal klinkt en meningen als feiten worden gepresenteerd mogen wij iets anders laten horen. De kwetsbaarheid van de liefde. Dit wordt concreet in het kruis van Jezus. De Christus is geen sterke leider die voorop gaat in de peilingen; de Levende Heer is de Lijdende Dienaar. Mensgeworden om ons nabij te zijn. Hij geeft zichzelf uit liefde. Dat is de Bron waardoor wij mogen leven en waarvan wij mogen getuigen.
Ieder op zijn eigen manier en eigen roeping. De kerk is een veelkleurige waaier. Dat zien we al bij Petrus en Paulus. Verschillender krijg je ze niet. Toch vieren we hun feestdag samen; het is niet Petrus of Paulus, maar én.
Wij mogen elkaar aanvullen, dragen, zelfs soms ook schuren. Zo kunnen we samen getuigen van de Heer. Daarvoor hoeven we niet perfect te zijn. Misschien ben jij een beetje Petrus; trouw, maar soms twijfelend. Of wat meer Paulus; gedreven, maar met een verleden. Onze Lieve Heer maakt er wel iets moois van. Wij mogen meewerken met die genade. Jezus vraagt het niet alleen aan zijn leerlingen, maar ook aan ons: “Wie ben Ik voor jou?” Misschien weten we het antwoord niet meteen. Misschien verandert het per fase van ons leven. Maar Hij blijft die vraag stellen. Omdat Hij met ons in relatie wil staan. God kijkt niet naar je prestaties. Hij kijkt naar je hart. Kijk naar het kruis. Laat het stil worden in je hart. Laat je raken. In Christus mogen we ons dan laten vormen tot een levende steen van hoop. Amen.
Pastor Sander Verschuur
Afbeelding: Jésus Christ ressuscité entouré de saint Pierre, saint Paul et deux angels. Antonis Mor (1519–1575)