MENU
< TERUG

ACTUEEL

Overweging 28e zondag (jaar C). Luc. 17, 11-19. De kracht van één dank-je-wel.

12 oktober 2025

Het gebeurt vast ook bij u thuis weleens. Je geeft iemand iets: een kop koffie, een lift, een helpende hand, e het lijkt alsof het vanzelfsprekend is. Geen dank-je-wel. Je glimlacht nog even, maar ergens denk je: jammer. Dat kleine woordje ‘dank je’ lijkt misschien onbelangrijk, maar het doet iets. Niet alleen met degene die ontvangt, ook met degene die het uitspreekt.

In het evangelie van vandaag geneest Jezus tien melaatsen. Het zijn tien mensen die buiten de samenleving stonden. Ze mochten niet werken, niemand aanraken, niet met niets meedoen. Van een afstand roepen ze: “Jezus, Meester, ontferm U over ons!”. Jezus ziet hen en zegt eenvoudig: “Ga u laten zien aan de priesters.” Onderweg merken ze dat hun huid schoon wordt: ze zijn genezen. Maar slechts één van hen keert terug om Jezus dank te zeggen. En dat is nog wel een Samaritaan, een buitenstaander, iemand die er volgens de regels eigenlijk niet bij hoort.

Jezus is er stil van. “Zijn niet alle tien gereinigd? Waar zijn dan de negen anderen?”. Het is alsof Hij wil zeggen: wat jammer, zoveel hebben ontvangen, maar slechts één staat stil bij de Gever zelf. De Samaritaan knielt neer, prijst God en zegt dank. En Jezus zegt: “Uw geloof heeft u gered.” Hij zegt niet: je dankbaarheid heeft je gered, maar: je geloof heeft je gered. En toch vallen die twee hier samen. Zijn geloof is zijn dankbaarheid. In dat ene ‘dank U’ erkent hij dat er Iemand groter is, dat hij leeft van genade en niet van verdienste. Dat is de kern van dankbaarheid: niet dat alles goed gaat, maar dat je leert zien hoeveel goeds je ontvangt, ook temidden van wat moeilijk is.

Een tijdje geleden stond in het nieuws dat het aantal mensen met een burn-out nog nooit zo hoog is geweest. Niet alleen door werkdruk, maar ook door wat psychologen ‘vergelijkingsmoeheid’ noemen: het gevoel dat je altijd tekortschiet, omdat je online steeds ziet hoe goed anderen het doen. Op Instagram, Linked-In, TikTok: iedereen lijkt gezonder, succesvoller en vooral gelukkiger. Voor je het weet, raak je moe van het proberen bij te blijven. We leven in een tijd waarin de vraag 'Wat mis ik nog?' luider klinkt dan 'Wat heb ik al gekregen?' En precies daar raakt dit evangelie ons. Dankbaarheid is misschien wel het eenvoudigste medicijn tegen de vermoeidheid van het altijd meer willen.

De negen melaatsen zijn genezen, ze hebben alle reden om blij te zijn, maar ze rennen verder, op zoek naar het volgende. Eén van hen staat stil, keert terug en kijkt Jezus aan. Juist die ene wordt gered. Hij ontvangt meer dan gezondheid: hij vindt vrede. In de eerste lezing horen we iets vergelijkbaars (2 Kon. 5, 14-17). Naäman, een Syrische legeraanvoerder, komt bij de profeet Elisa. Hij verwacht een indrukwekkend ritueel, maar Elisa zegt eenvoudig: “Was je zeven keer in de Jordaan.” Naäman moppert: te simpel! Toch doet hij het, en hij geneest. Dan verandert zijn hart. Hij wil iets terugdoen, cadeaus geven, maar Elisa weigert. “Ik neem niets aan.” Waarom? Omdat wat van God komt niet te koop is. Het enige juiste antwoord is dankbaarheid.

Dat blijft lastig in onze wereld, waar we gewend zijn aan ruilen: ik doe iets, jij doet iets terug. Maar genade werkt anders. Ze vraagt geen tegenprestatie, alleen een geopend hart. Wie leert ontvangen, leert danken. We horen zoveel over wat misgaat: oorlogen, klimaatproblemen, spanningen, politiek wantrouwen. Het kan ons cynisch maken. Toch blijft de vraag van het evangelie overeind: wie van ons keert terug om dank-je-wel te zeggen? Niet omdat alles perfect is, maar omdat er nog altijd goedheid bestaat. In de natuur, in mensen, in de stille trouw van God. Dankbaarheid is geen vlucht uit de werkelijkheid. Het is een manier van kijken. Ze verandert niet wat er gebeurt, maar wel hoe je het beleeft. Ze opent de ogen voor het licht dat er nog is. Iemand zei eens: dankbaarheid is de kunst van het zien. 

Vandaag vieren we de feestdag van Carlo Acutis (1991-2006), de eerste millennial die heilig is verklaard. Hij stierf als jongen van vijftien, opgegroeid met computers, beeldschermen en internet. Hij hield van voetbal, spelletjes en pizza: gewoon een jongen van zijn tijd. Maar hij had iets bijzonders: een dankbaar hart. Hij zag in elk moment een kans om te zeggen: “Dank U, Heer, dat U er bent.” Hij maakte een website over eucharistische wonderen. Niet om er populair mee te worden, maar om mensen te helpen God te herkennen in het heilig Brood. Hij zei: “De eucharistie is mijn snelweg naar de hemel.” En ook: “Alle mensen worden geboren als originelen, maar velen sterven als fotokopieën.”

Carlo weigerde een kopie te worden van wat de wereld hem voorschreef. Hij leefde eenvoudig en vriendelijk. Hij hielp daklozen, spaarde zijn zakgeld voor de armen en bleef trouw aan het gebed. Toen hij ziek werd (acute leukemie) zei hij tegen zijn moeder: “Ik sterf gelukkig, want ik heb mijn leven niet verspild.” Dit is dankbaarheid tot het einde. Niet omdat het leven makkelijk was, maar omdat hij wist van Wie hij het had ontvangen. Wat zou Carlo zeggen als hij vandaag leefde, in een wereld vol schermen en ontevredenheid, waar we zo vaak klagen over wat ontbreekt? Misschien dit: gebruik je telefoon om goedheid te verspreiden. Gebruik je tijd om te danken, niet te vergelijken. Een dank-je-wel online is misschien niet hip, maar in Gods ogen is het revolutionair. Want dankbare mensen brengen vrede. Ze kijken niet met jaloezie, maar met verwondering. Ze hoeven niet alles te hebben, omdat ze weten: ik heb al genoeg.

Dankbaarheid is een keuze, een dagelijkse oefening. ’s Ochtends bij het opstaan even denken: dank U dat ik leef. Of ’s avonds: dank U voor wat vandaag goed ging. Soms is het iets groots: een herstel, een nieuw begin. Vaker iets kleins: een glimlach, een kop koffie, een hand op je schouder. Dankbaarheid verandert het verleden in een herinnering, het heden in vreugde en de toekomst in hoop. Dat is precies wat Jezus doet met de genezen man: Hij verandert zijn verleden (ziekte) in herinnering, zijn heden in vreugde en zijn toekomst in hoop.

Wanneer Jezus zegt: “Uw geloof heeft u gered”, dan bedoelt Hij niet dat er geen pijn of moeite meer zal zijn. Hij bedoelt: je bent vrij. Vrij van angst, van zelfzucht, van leegte. Dankbaarheid bevrijdt. Ze maakt ons lichter, opener, menselijker. De negen die niet terugkeerden, werden wel genezen, maar bleven misschien gevangen in zichzelf. De één die terugkeerde, werd vrij. Want wie dankbaar is, kan liefhebben.

Misschien kunnen we deze week een klein experiment doen: elke dag één concreet moment van dankbaarheid. Niet groot, maar echt. Dank U voor deze maaltijd. Dank U voor iemand die aan mij dacht. Dank U dat ik mag ademen, leven, geloven. En wie weet ontdekken we dan wat de Samaritaan ontdekte: dat in elk ‘dank U’ een stukje genezing schuilt.

Pastoraal werker Johnny Tran 

Overweging 27e zondag. Luc. 17, 5-10. Blijven zoeken naar wat verloren lijkt
1 oktober 2025
Preek 26e zondag. Amos 6, 1-7. De revolutie van Amos.
22 september 2025
Preek 25e zondag. Luc. 16, 1-13. Niets doen is geen optie
14 september 2025
Preek 24e zondag. Joh. 3, 13-17. Kruisverheffing.
4 september 2025
Preek 23e zondag (startzondag). Luc. 14, 25-33. Wat is jouw schat?
1 september 2025
Preek 22e zondag. Luc. 14, 7-14. Vriend, kom hogerop.
15 augustus 2025
laad meer artikelen artikelen aan het laden geen nieuwe artikelen