Vandaag spreekt het Evangelie over dienstbaarheid. Het klinkt als een makkelijk onderwerp. De opdracht is helder: als leerlingen van de Heer mogen we ons daar op richten. Tegelijkertijd is het een opdracht die ook redelijk plat geslagen lijkt. Dienstbaarheid komen we overal tegen en iedereen zal het er wel mee eens zijn dat we oog moeten hebben voor de mensen om ons heen. Dienstbaarheid is ook 'makkelijk' uit te voeren als je hierbij aandacht hebt voor je naasten, voor mensen met wie je het goed kunt vinden. Het wordt wat lastiger als je dienstbaar wilt zijn voor mensen die je niet zo goed kent, laat staan wanneer je het betoont aan mensen met wie je van mening verschilt of op gespannen voet staat. Vandaag de dag worden verschillen namelijk makkelijk vergroot en men eerder zoekt de eigen bubbel op om daarin het lekker met elkaar eens te zijn. Terwijl wij als leerlingen van de Heer niet geroepen worden om de gemakkelijkste weg te kiezen.
In het Evangelie is Jezus met zijn vrienden onderweg naar Jeruzalem. Iets voor de Bijbeltekst van vandaag houdt Jezus zijn derde lijdensvoorspelling. Daarmee vertelt Hij aan zijn leerlingen wat er zal gaan gebeuren. Steeds reageren die vrienden wel op een wonderlijke manier. Ze hebben namelijk dromen en verlangens. Jezus zou weleens de verwachtte Messias kunnen zijn, de nieuwe Koning. Dat Hij dan spreekt over lijden, dat past natuurlijk niet in het plaatje. Bij de eerste lijdensvoorspelling reageert Petrus dan ook vol ongeloof: “Jezus, dit kan je zo niet zeggen…”. Vervolgens zet Jezus Petrus op zijn plek door te zeggen: “Achter Mij!”. Als leerlingen van de Heer mogen we Hem volgen en hoeven we niet voor de muziek uit te lopen. Bij de tweede voorspelling gaan de leerlingen in discussie wie van hen het belangrijkste zal zijn als Jezus die koning wordt. Ze hebben hun prioriteiten wel op een rijtje. Jezus zet vervolgens een kind in hun midden en houdt hen voor dat we moeten zijn zoals kinderen, anders komen we dat Rijk niet eens in. In de derde voorspelling, die de leerlingen net gehoord hebben voor deze Evangelietekst, is Jezus ontzettend concreet. Hij spreekt erover dat Hij veroordeelt zal worden, mishandeld en zal sterven. Ook noemt Hij al dat Hij na drie dagen zal verrijzen.
Een heftige boodschap, maar de broers Jakobus en Johannes zijn nog aan het dromen. Ze zien Jezus als de Koning en als je links en rechts naast Hem kan zitten heb je niet alleen de belangrijkste plaatsen, maar ook invloed en aanzien. Ze rekenen zich al rijk. Jezus confronteert hen met hun verkeerde verwachtingen van macht en status. Jezus benadrukt dat zijn weg een weg van dienstbaarheid is en roept zijn leerlingen op om die weg te volgen, zonder af te dwalen naar persoonlijke ambities en mooie doelen. We mogen namelijk groot zijn in dienstbaarheid. Als we die weg echt gaan, is het niet altijd de gemakkelijkste. Er ligt namelijk afleiding genoeg op de loer en we zullen ons steeds weer moeten richten op Christus.
De afgelopen week heeft paus Franciscus afgekondigd dat er enkele nieuwe kardinalen worden gecreëerd. Weer vindt hij ze over de gehele wereld, hij zoekt herders die ruiken naar de schapen. Tegelijkertijd waarschuwt hij hen ook voor de uitdagingen die er zijn. Zoals een voetbalanalist regelmatig zegt: “Je moet niet teveel in jezelf gaan geloven”. Tegen de nieuwbakken kardinalen heeft de paus gezegd dat ze zich niet voor moeten laten staan op hun aanspreektitel ‘eminentie’, letterlijk ‘vooraanstaande’, maar juist een dienstbare houding moeten hebben. Die boodschap mag ook voor ons klinken. De paus beschrijft drie houdingen die ook wij ons eigen mogen maken: “opgeheven ogen, gevouwen handen en blote voeten.” Opgeslagen ogen helpen ons om onze blik en hart te verruimen. We kunnen dan verder kijken en meer liefhebben. Gevouwen handen staat voor het gebed. De paus benadrukt dat de kardinalen leren onderscheiden wat Gods wil is voor het volk Gods. Blote voeten, die de hardheid aanraken van de realiteit van vele uithoeken van de wereld die overweldigd zijn van pijn en lijden door oorlog, discriminatie, vervolging, honger en talloze vormen van armoede die zoveel mededogen en barmhartigheid van je vragen”, aldus paus Franciscus in zijn brief.
Ook wij mogen ons deze spiritualiteit eigen maken. Het is namelijk makkelijk om de eigen omgeving te zitten, met mensen die je leuk vindt en waar we het mee eens zijn. Juist door onze ogen op te slaan kunnen we zien dat we niet alleen op deze wereld leven. Kunnen we ons hart openen door anderen de zorg te bieden die zij nodig hebben en de ander zien van mens tot mens. Door steeds vol vertrouwen onze handen te vouwen, mogen we hopelijk ervaren dat God ons altijd nieuwe wegen laat zien en mensen op ons pad brengt om ons te helpen. Misschien niet altijd op de manier de we graag zouden willen, maar wel op een manier die ons verder brengt. Hierbij hoeven de realiteit niet uit het oog te verliezen, de hardheid van het leven. Door spreekwoordelijk op blote voeten te staan, mogen we ons dat zelf eigen maken. Hebben we aandacht voor hen die leven in de verdrukking en daarvan kunnen we er genoeg noemen. Als gedoopten worden we steeds uitgedaagd om de liefde die God in ons hart heeft gelegd concreet handen en voeten te geven in de wereld om ons heen. Dit zullen we allemaal doen, vanuit onze eigen roeping en met onze eigen talenten en onmogelijkheden. We hoeven niet op zoek te gaan naar de beste plaatsen, maar juist de weg van de dienstbaarheid gaan. We bewandelen dan de weg met Christus, de weg die naar het nieuwe leven leidt. Door Christus, onze Heer. Amen.
Pastor Sander Verschuur